J.A.M. Roelands, ca 1965
Tussen de grote panden in de Peperstraat staat een klein pandje. Tenminste, het lijkt klein. Eigenlijk zijn het twee kleine pandjes achter elkaar, Maar dat zie je pas als je binnengaat achter de voorgevel van: Peperstraat 12. Nauw verbonden met het pandje is Peperstraat 14-16, dat in 1847-1848 gebouwd is in opdracht van Henry van Lanschot. De familie Van Lanschot zou ruim honderd jaar eigenaar van dit pand zijn. Op het eind van de vorige eeuw woonde op Peperstraat 12 Anna Nooyen (1845-1920). Zij was dienstbode, later huishoudster bij Henry van Lanschot. Van Lanschot was betrokken geweest bij de restauratie van de Sint-Jan, maar wilde ook een andere kerk eens geld schenken. Anna wees hem op de kerk in Meerveldhoven. Toen Anna zo'n tien jaar oud was brak haar vader zijn been op drie plaatsen. Anna bad tot Onze Lieve vrouw ter Eik en het been genas. De kapel ter plekke werd in 1859 tot parochiekerk verheven, maar was in verval geraakt. Op voorstel van Anna besloot Henry van Lanschot de vijfduizend gulden die de pastoor bezat aan te vullen tot het benodigde Echter, Van Lanschot was ernstig ziek. Anna vroeg hem nadrukkelijk zijn wens op gezegeld papier te zetten. Ze liet een apart lessenaartje maken, zodat hij op bed kon schrijven. Toen dat niet mogelijk bleek, hield ze de hand van Van Lanschot vast bij het schrijven. Kort daarop overleed Van Lanschot, in 1887 op 89-jarige leeftijd. De erfgenamen honoreerden de schenking en in 1889 werd de kerk in gebruik genomen. Na de dood van Anna Nooyen in 1920, kwam Arnoldus Lamers (1883-1957) in het huis wonen. Hij was eerst klerk bij de Bossche Bank van Lening in de Schilderstraat, maar werd door burgemeester F.J. van Lanschot aangezocht als bode-chauffeur. De weduwe Lamers bleef tot haar overlijden in 1969 in de Peperstraat wonen. Van Lanschot had het pand in 1929 verbouwd, Van het voorste deel van de benedenverdieping had hij een garage gemaakt. De rest was kennelijk groot genoeg om als woonhuis te functioneren. Maar in 1969-1971 werd het pand gerestaureerd door Jan van der Eerden. Hij bracht ondermeer de vroegere voorgevel terug. Wel werd het pand aangepast aan moderne eisen: een grotere woonkamer is direct achter de deur te vinden. Bij de restauratie werden een aantal interessante zaken aangetroffen die bij de werkzaamheden betrokken werden. Er werden 19e-eeuwse muurschilderingen ontdekt, die geconserveerd werden, toen overbrenging naar een ander pand niet mogelijk bleek. In het keldertje met een tongewelf, werd nog een oude waterput ontdekt, die zichtbaar is gebleven na de restauratie. Op 6 mei 1971, na de restauratie, trok de nieuwe eigenaar in het pand. De afgelopen twintig jaar heeft het pand vier verschillende eigenaren-bewoners gekend. Allen zijn trots geweest op hun monumentaal juweeltje in de Bossche binnenstad. |
Huis met eenvoudige witgeschilderde lijstgevel met schuiframen; ingang met pilasters en gesneden bovenlicht. Begin 19e eeuw. |
1994 |
Henny MolhuysenAchter de voorgevel : Muurschilderingen en een waterputBrabants Dagblad donderdag 12 mei 1994 |
1865 | J.W. Heijerman (landmeter) |
1875 | J.W. Heijerman (landmeter) |
1881 | wed. E.L.S.H. Muré (onderwijzeres) |
1908 | A.M. Nooijen |
1910 | A.M. Nooijen |
1928 | A. Lamers - mej. H.J.J. Teunissen |
1943 | A. Lamers (gemeente-bode ter Secretarie) |
Hans Boselie en Peter-Jan van der Heijden, Bossche monumenten in beeld (1975) 75
R.J.P.M. (René) Vroomen Wapens in 's-Hertogenbosch, Kring Vrienden van 's-Hertogenbosch (2021) 8